Voorkom Louis van Gaaltjes

english coaching

De grappige verschillen tussen Nederlands en Engels

Het leren van een nieuwe taal is altijd een uitdaging, vooral wanneer het gaat om twee talen die op het eerste gezicht veel op elkaar lijken, zoals Nederlands en Engels. Hoewel veel Nederlanders uitstekend Engels spreken, zijn er toch enkele veelvoorkomende fouten die vaak grappige situaties kunnen opleveren. Ik bespreek hier enkele van deze funny fouten en geven ik je tips om ze de volgende keer te vermijden.

1. False Friends!

False Friends zijn woorden die in twee talen op elkaar lijken, maar verschillende betekenissen hebben. Een klassiek voorbeeld is het Nederlandse woord “eventueel” en het Engelse “eventually”. In het Nederlands betekent “eventueel” iets wat mogelijk is, terwijl “eventually” in het Engels “uiteindelijk” betekent.

2. Direct vertalen van Nederlandse uitdrukkingen, ofwel de Louis van Gaaltjes!

Veel Nederlanders maken de fout om Nederlandse uitdrukkingen letterlijk naar het Engels te vertalen. Dit leidt vaak tot hilarische en soms verwarrende situaties. Bijvoorbeeld, “Ik ben de draad kwijt” wordt “I lost the thread”, terwijl de juiste Engelse uitdrukking “I lost track” is.

Tip: Leer de Engelse uitdrukkingen en vergelijk ze niet te veel met de Nederlandse. Probeer te denken in het Engels in plaats van te vertalen.

3. De verkeerde (grammaticale) tijden gebruiken

Engels heeft een grotere variety aan werkwoordstijden dan Nederlands, en het gebruik van de verkeerde tijd kan leiden tot onduidelijkheid.

Bijvoorbeeld, veel Nederlanders zeggen “I am living here since 2010”, terwijl het correct “I have been living here since 2010 of I have lived here since 2010” moet zijn. Naast de juiste tijd gebruiken is het ook van belang dat je weet wat er met het werkwoord gebeurd. Check vooral ook de onregelmatige werkwoorden!
(see-saw-seen, etc)

4. Dutchisms

Dutchisms zijn fouten die ontstaan door Nederlandse zinsstructuren of woordkeuzes direct toe te passen in het Engels. Bijvoorbeeld, “I will a coffee” in plaats van “I want/would like a coffee”. Het Nederlandse woord “willen” wordt hier verkeerd vertaald als “will” in plaats van “want/would like”.

“Can I lend a pen from you?” (Kan ik een pen van je lenen?) in plaats van “Can I borrow a pen from you?”.

5. Verwarring tussen ‘To’, ‘On’ en ‘At’

Veel Dutchies verwarren de Engelse voorzetsels “to”, “on”, en “at”.

Bijvoorbeeld, “I am going to home” in plaats van “I am going home”. In het Nederlands zeggen we “naar huis”, maar in het Engels valt het voorzetsel weg.

‘I am here on school’, wat in het Engels moet zijn: ‘I am here at school’. Als je het voorzetsel ‘on’ gebruikt betekent het vaak letterlijk OP. In het voorbeeld zinnetje zeg je dus dat je op het dak van de school zit 

“I am sitting in the train” (Ik zit in de trein) in plaats van “I am on the train”.

Het leren van Engels als Nederlander kan soms voor grappige fouten zorgen, maar het is ook een geweldige kans om je taalvaardigheden te verbeteren. Door aandacht te besteden aan veelvoorkomende valkuilen en actief te oefenen, kun je snel vooruitgang boeken en misverstanden voorkomen.

Blijf vooral lachen om je fouten en gebruik ze als leerervaringen!